Over problematiek bij de GGZ, een reactie op de column van Nelleke Noordervliet

originele column onder deze tekst

Op 13 november verscheen de column van Nelleke Noordervliet in de trouw met als titel “we zijn het lijden verleerd, dus kloppen we bij de GGZ aan”

In dit artikel stelt Nelleke dat elk dipje wordt omgetoverd in onoverkomelijk leed. Dat is natuurlijk nogal een claim in een tijd waar een ‘dipje’, zoals Nelleke dat zo bagatelliserend beschrijft, vaak veel meer is dan dat. Nu meer dan ooit kampen vooral jongeren met problematiek die nog nooit eerder in deze mate, of zelfs helemaal, bestond. De klimaatcrisis, het feit dat starters geen kans maken op de woonmarkt, studieschuld etc. etc. zorgt ervoor dat elk toekomstperspectief de kop ingedrukt word. Dit leid er dan ook toe dat een ‘dipje’ vaak een bijna existentiële crisis is.

Dan stelt Nelleke dat er een hardnekkige luiheid binnen onze instanties schuilt. Dat we weten hoe we het moeten oplossen maar dat we kiezen dat niet te doen. Dat klopt. De oplossing is zorgen dat er genoeg plek is in de (geestelijke) zorg zodat mensen niet een jaar op een wachtlijst hoeven voordat ze eindelijk een keer geholpen kunnen worden. Dit kan alleen als we als maatschappij gaan beseffen dat bijvoorbeeld 2 miljard in Shell investeren niks doet voor de mensen binnen de maatschappij, sterker nog, dat dat het probleem alleen maar verergert. In plaats van absurde hoeveelheden geld uitgeven aan een bedrijf dat de wereld actief aan het vernietigen is, moeten we dat geld misschien maar eens gaan besteden aan mensen. Als we jongeren toekomstperspectief kunnen bieden, is een ‘dipje’ al veel minder snel een mentale crisis.

Nelleke vraagt zich af wat de diepere oorzaak is van het feit dat het volgens haar zo makkelijk is om de problemen binnen de geestelijke gezondheidszorg op te lossen maar dat het toch niet gebeurt. Ook dat is vrij simpel; 11 jaar neoliberaal beleid van een partij wie het alleen interesseert of de aandeelhouders wel een tweede jacht kunnen kopen.

Er is nog een oorzaak waarom deze column van Nelleke niet alleen onzin is, maar ook flink schadelijk. In de afgelopen jaren is gebleken dat het voor meisjes bijvoorbeeld veel moeilijker is om een ASS diagnose te krijgen. De problematiek die zij ervaren word op andere dingen afgeschoven als ze al serieus genomen worden. Omdat we nu veel meer in verbinding staan via sociale media is het voor mensen makkelijker geworden om verhalen te delen en dus kunnen mensen beter uitzoeken waarom ze zich voelen zoals ze zich voelen. Voor veel mensen, waaronder ikzelf heeft dit geleid tot een serieuzere hulpvraag dan ik aanvankelijk zelf dacht. Dat heeft als consequentie dat die mensen nu eenmaal meer hulp nodig hebben.

De diepere oorzaak waar Nelleke het dus over heeft is geen luiheid vanuit mensen zelf, het is ook geen luiheid vanuit instanties. Het heeft te maken met een veranderende wereld wat voor veel jongeren desastreuze gevolgen zal hebben.

Vervolgens zegt Nelleke dat het stigma op therapie en op mentale problemen hebben verdwenen is. Een belachelijke claim natuurlijk. Nog altijd is er ontzettend veel misinformatie. Nog altijd is er voor mensen met bijvoorbeeld autisme op hoge scholen nauwelijks tot geen begeleiding. Op scholen word je geacht elke dag aanwezig te zijn, ook als je met een zware depressie je bed niet uit kunt komen. De wereld faciliteert mensen met geestelijke problemen op bijna geen enkele manier. Natuurlijk, zeggen dat je in therapie zit is minder taboe, maar op het moment dat kenmerken van ADHD, Autisme of wat dan ook naar buiten komen zijn die mensen maar ‘irritant’ of ‘raar’ of sterker nog, ‘gek’. Als je dan durft te beweren dat het stigma verdwenen is vermoed ik dat het tijd word om je ogen te laten checken.

Nelleke verbaast me met de volgende kop nog meer. “uit ervaring weet ik dat somberheid overgaat”. Hartstikke fijn, dat dat voor jou zo is. Echter, dat het voor jou zo is betekent geenszins dat dat dan voor iedereen geld. Niemand gaat naar de GGZ na een slechte dag, dat is een grote stap voor mensen. Vervolgens zetten mensen die stap en dan is er een of andere wijsneus die ze vertelt dat het heus wel meevalt allemaal en dat ze maar moeten leren lijden. Ook dat is bizar, waarom zou iemand in godsnaam moeten leren lijden als je ook naar de therapeut kan die je helpt met je problemen? Ze doet de suggestie dat wandelen, met een vriend praten, leven, whatever the fuck that means, helpt. Bedankt voor de suggestie, Nelleke, ik ga me maar weer uitschrijven bij de GGZ en een rondje wandelen.

 

originele tekst Nelleke Noordervliet

vraag schept aanbod en aanbod schept vraag. Hebben veel mensen een scheerapparaat nodig, dan worden er veel scheerapparaten gemaakt. Worden er veel scheerapparaten gemaakt, dan zorgt de fabrikant ervoor dat meer mensen een scheerapparaat nodig hebben.

Om vraag en aanbod goed op ­elkaar aan te laten sluiten moet evenwicht worden gecreëerd. Dat lijkt logisch, maar het is niet zo eenvoudig. De fabrikant heeft baat bij iets meer vraag dan aanbod, voor de consument geldt het omgekeerde.

Ik dacht aan dat simpele marktmechanisme toen ik over de crisis (alweer een!) in de geestelijke gezondheidszorg las. Wachtlijsten met vooral jonge mensen aan de ene kant en personeelsgebrek aan de andere kant. Wie nu hulp nodig heeft moet daar een jaar op wachten. Hoe scheppen we evenwicht? Door de vraag te beperken of door het aanbod te vergroten.

Er schuilt kennelijk een hardnekkige luiheid in onze instellingen

Uit wat ik las begrijp ik dat beide kan. Opgelucht wendde ik me naar andere crises tot ik besefte dat er in onze samenleving een krachtig mechanisme aan het werk is, dat problemen liever laat voortduren dan oplost.

Er schuilt kennelijk een hardnekkige luiheid in onze instellingen, die liever de status quo van dweilen met de kraan open handhaven dan de loodgieter bellen.

Damiaan Denys, hoogleraar psychiatrie, beweert al enige tijd dat we het lijden zijn verleerd. De huidige eis succesvol te zijn maakt ieder dipje tot een onoverkomelijk leed, dat onmiddellijk moet worden weggebrand met de nieuwste therapeutische technieken, liefst vergoed door de verzekering. Maar een béétje somber en neerslachtig zijn is heel normaal. Daar hoeven we niet meteen voor in therapie.

Er moet een diepere oorzaak zijn

Ruth Peetoom van de ggz wil een soort triage inzetten. Een eerste inschatting van het probleem bepaalt de ernst ervan en de mogelijke oplossingsrichting. Dat kan een traject in de ggz zijn, maar dat kan ook schuldhulpverlening zijn of begeleiding bij sollicitatie of hulp bij het zoeken van sociale contacten.

Albert Mark van Leeuwen, ­docent filosofie en maatschappijleer, betoogde in een opiniestuk in de Volkskrant dat beter luisteren naar jonge mensen en tijd inbouwen voor een aantal gesprekken, kortom door meer open te staan voor het verhaal van een ander, veel van de problemen kan weg­nemen en voorkomen.

Dat lijken me drie zulke voor de hand liggende en humane oplossingen dat ik me niet kan voorstellen dat half Nederland zich niet voor de kop slaat en zorgt dat die wachtlijsten morgen verdwijnen. Daar moet een diepere oorzaak voor zijn.

Ik loop ze nog even na. Dat we het lijden zijn verleerd heeft ook als oorzaak dat het stigma van psychologische of psychiatrische hulp – terecht overigens – is verdwenen. We durven ervoor uit te komen dat we in therapie zijn geweest of therapie nodig hebben. Het heeft zelfs iets chics. Als je geen waanzinnig succesvol bestaan leidt – wat per slot slechts een enkeling lukt – heb je in ieder geval een bijzonder soort gevoeligheid en kwetsbaarheid en ook dat maakt je speciaal.

Uit eigen ervaring weet ik dat somberheid overgaat

Dat er geen triage is wanneer je besluit het ggz-circuit in te moeten, heeft te maken met verkokering en specialisatie, een verregaande verfijnde organisatiegraad die we hebben leren zien als kenmerk van kwaliteit en maatwerk. Eenmaal zo diep gedifferentieerd is er geen weg terug. Er zijn alleen nog superspecialisten en geen generalisten.

Dat we niet meer openstaan voor het verhaal en de problemen van een ander en liever doorverwijzen naar ‘instanties’ heeft te maken met het feit dat we in onze individualistische wereld vooral bezig zijn met ‘zenden’. We sturen onze eigen kostbare boodschap, onze hoogstpersoonlijke wederwaardigheden in een permanente stroom de kosmos in. Hier ben ik. Ik.

Ik ben me ervan bewust dat ik als columnist en schrijver datzelfde doe: zenden. Als tegenwicht lees en luister ik heel veel. Uit eigen ervaring weet ik dat somberheid overgaat. Dat een gesprek helpt. Dat vriendschap helpt. Dat wandelen helpt. Dat leven helpt.

Mijn lieve collega Anton Valens is afgelopen zondag overleden, na lang ziek te zijn geweest. Op de vraag hoe hij de moeilijke dagen doorkwam zei hij heel simpel: “Ik leef graag”.